Hao Hao, het reuzenpandavrouwtje van Pairi Daiza, zal binnenkort naar China terugkeren voor gespecialiseerde medische zorg.
Het is met diepe emotie, maar ook met een hart vol hoop, dat Pairi Daiza en de Chinese autoriteiten, in perfecte en nauwe samenwerking, de beslissing hebben genomen dat Hao Hao vertrekt naar haar thuisland, China.

Sinds maart van dit jaar lijdt Hao Hao aan matige ascites, vochtophoping in de buikholte.
Na maanden van voortdurende verzorging door de dierenartsen van Pairi Daiza, samen met experts die speciaal uit China kwamen, is haar toestand momenteel stabiel, maar ze heeft nog steeds zeer gespecialiseerde medische zorg nodig. Beide partijen hebben samen besloten dat Hao Hao terug zal keren naar China om de best mogelijke behandeling te krijgen van 's werelds meest ervaren specialisten.
Hao Hao's vertrek is gepland voor begin december.
Vanaf deze zondag zal onze geliefde panda in quarantaine gaan. Als ze dat wil, blijft ze zichtbaar voor bezoekers vanuit haar binnenverblijf, de pandagrot.
Hao Hao kwam in februari 2014 aan in Pairi Daiza in het kader van het partnerschap tussen China en België voor het behoud van de reuzenpanda. Vanaf het moment dat ze zich vestigde in het hart van de "Middle Kingdom" tuin van Pairi Daiza, veroverde ze de harten van miljoenen bezoekers.
Hao Hao bracht ons enorme vreugde door te bevallen van drie welpen: Tian Bao en de tweeling Bao Di en Bao Mei. Deze drie panda's, geboren in het kader van dit internationale beschermingsprogramma, keerden op 10 december 2024 terug naar China, waar ze nu een essentiële rol blijven spelen in het behoud van hun soort.
Xing Hui, de mannetjespanda die in 2014 samen met Hao Hao aankwam en de vader van de drie in België geboren welpen, blijft in Pairi Daiza.
Pairi Daiza zal hand in hand blijven werken met zijn Chinese partner aan het lopende beschermingsprogramma voor de reuzenpanda.
Uit respect voor Hao Hao, die nu rust en sereniteit nodig heeft, zal er geen publieke afscheidsceremonie georganiseerd worden op de dag van haar vertrek.
Johan Vreys




